Nachtijs of het nut van handen

Afstudeerstuk Writing for Performance (HKU), 2011

Nachtijs of het nut van handen is een magisch-soms-rauw-realistisch sprookje. Symbolisch, uit het verband getrokken, waarin de verbeelding zegeviert, maar de realiteit nooit ver weg is. Een kou die zich om je strot sluit, snijdt op het moment dat je het niet verwacht.

Gefascineerd door het feit dat haar geboorteprovincie zich vastklampte aan één stem (met de veelgehoorde reden ‘Hij zegt waar het op staat’), ging Annet op zoek naar het hart van het wij-zijdenken. Waar het gevoel vandaan komt ondergesneeuwd te zijn. Vanwaar dat wantrouwen, vanwaar die haat.

Over zes mensen in beweging. Zes mensen los van hun grond.

Over een sneeuwuil die verschijnt om iets te hopen te hebben, maar dan vol haat naar het Noorden vliegt.

Over een oude man die wil aangeraakt, en niet langer met witte handschoenen.

Over een jong meisje op zoek naar haar vader in het Noorden.

Over een vrouw die misschien een engel is.

Over een zoon die longblaasjes belooft aan zijn vader.

Over een vrouw die sust en slikt en zwijgt en gelooft dat het goed komt. Totdat dat niet langer kan als –

Over wanhoopsdaden, op het moment dat een mens de angst voelt vergeten te worden.

Begeleiding: Anouk Saleming

“Tegen de achtergrond van een postindustrieel, of is het postapocalyptisch sneeuwlandschap vertelt Annet Bremen een verhaal over het verlangen aangeraakt te worden. Aangeraakt door het leven, de liefde, en de ander. Zij doet dat met een geheel eigen idioom dat, hoewel in eerste instantie misschien stroef in zijn zelfbewustheid, de doorzetter beloont met de onderdompeling in een geheel eigen en unieke theatrale wereld. Bovendien heeft Nachtijs duur. Annet Bremen weet en durft de tijd zelf te vertragen. Niet onbelangrijk in onze supersnelle twittertijd.”

Nachtijs of het nut van handen werd genomineerd voor PTa Verse Tekst 2011, een prijs voor het beste nieuwe niet-opgevoerde Nederlandstalige toneelstuk. De jury bestond uit Joris van der Meer, Sandra Tromp Meesters, Rob de Graaf, Paul Knieriem, Judith de Rijke, Heleen Verburg en Helen de Zwart.